Wierum een typisch ”terpdorp”
Wierum is een terpdorp dat op een kwelderwal vlak bij de zee in de vroege Middeleeuwen is ontstaan. Deze gevaarlijke ligging is niet zonder gevolg geweest. Het noordoostelijke gedeelte van de rechthoekige terp is in zee verdwenen en zo is een deel van het dorp aan de golven ten prooi gevallen. Zoals vele terpdorpen is ook Wierum ontstaan nadat mensen zich tegen de herhaaldelijke overstromingen hadden verdedigd door het opwerpen van een aarden verhoging oftewel terp, waarop huizen en later ook de kerk werden gebouwd. In Wierum is dat nog goed te zien, de kerk ligt duidelijk op zo’n hoog stuk grond. Eens stond die nog in het midden van het dorp, maar na enkele grote overstromingen in de Middeleeuwen en ook in latere eeuwen werden hele stukken van het dorp de zee in gesleurd.
De kerk lijkt zich nu bijna tegen de dijk aan te vlijen, alsof de 12e eeuwse turfstenen toren in zijn hoge ouderdom ondersteuning zoekt.
Wierum en de visserij
De belangrijkste inkomstenbron was de visserij. Er waren in het begin van de 19e eeuw zo’n 10 schepen (aken) en 50 vissers, welke aan het einde van de eeuw waren uitgegroeid tot zo’n 17 schepen. Deze aken waren uitgevoerd met een bun, hierin werd schol naar de wal vervoerd in vers water. De Vliegende Sneeuwstorm in 1893 maakte grotendeels abrupt een einde aan de visserij. Dertien van de zeventien schepen vergingen en 22 vissers werden door de hoge golven verzwolgen en verdronken. Een paar schepen die op het strand van Ameland werden geworpen overleefden de storm. Helaas is het gezegde, ”de vis wordt duur betaald” voor Wierum wel van toepassing.
Bovenop de toren draait de herinnering aan het vissersverleden van Wierum rond in de vorm van een tweemaster windvaan, een zogenaamde Wierumer Aek. De windvaan heeft een hoogte van 1.23 m. en de breedte is 1.16 m. De windvaan is geplaatst in 1877.
In september 2004 is begonnen met de bouw van een authentieke replica van deze aak op een scheepswerfje in Moddergat/Paesens
Een monument halverwege de dijk herinnert aan de sneeuwstorm op 1 december 1893, waarbij 22 vissers op zee om het leven kwamen. De vereniging Dorpsbelang heeft het initiatief tot oprichting van het monument genomen in 1968.
G.J. de Weert is de kunstenaar die dit monument heeft vervaardigd.
Van oudsher bestond de bevolking voor het overgrote deel uit vissers die een karig bestaan op het Wad bij elkaar sprokkelden, met slechts een enkele boer of landbouwer. De vissersvrouwen hadden het niet minder zwaar dan hun mannen die vaak hun leven riskeerden door bij tij en ontij de zee op te gaan. De vrouwen liepen met hoog opgetrokken rokken over het waddenslik om zeepieren te steken, die door hun mannen weer als aas werden gebruikt. Niet alleen moesten de pieren worden gedroogd en op een bepaalde manier aan de vislijn worden geregen, ook moest de gevangen vis worden schoongemaakt en verkocht, soms zelfs helemaal tot in Leeuwarden. En dan moest er natuurlijk ook voor de eigen voorraad worden zorg gedragen. Daar waar de mannen vaak “op zee” bleven, stierven veel vrouwen in het kraambed, de bevalling een inspanning die hun door zware arbeid geteisterde lichamen niet meer konden verdragen. Veel jonge kinderen overleden vaak samen met hun moeder. sinds 2006 is er een standbeeld: De Wjirmdolster (pierensteekster) geplaatst ter nagedachtenis aan deze vissersvrouwen.
Het wapen van Wierum symboliseert de visserij in het dorp.
Bovenste deel: Goud van kleur met een vissersschip met volle zeilen van sabel;
Goud staat voor: wijsheid, rijkdom.
Onderste deel: in Azuur met daarin drie vissen van zilver, geplaatst twee en één daaronder.
Azuur staat voor: wetenschap, waarheid.
Het schip is in sabel weergegeven, aangezien in 1893 het grootste deel van de vloot door een sneeuwstorm werd verwoest, het geen de grootste ramp in de geschiedenis van het dorp was. Een gedeelte van de vloot spoelde aan op het Amelander strand.
De drie vissen staan voor de belangrijkste inkomsten bron.
Uit de oude doos
Klik op onderstaande linkjes voor een overzicht van foto’s uit de oude doos.